Je hebt het ongetwijfeld ook al eens voorgehad. Terwijl je wandelt zwellen je vingers op en voelen ze stijver. Dat is een vervelend en onaangenaam gevoel. Hierbij een aantal tips hoe je dikke vingers kunt voorkomen.

Waar komen die dikke vingers vandaan?

Dikke vingers ontstaan tijdens het wandelen waarschijnlijk door de positie van je armen en je bloedcirculatie. Als je wandelt hangen je armen naar beneden. Door de zwaartekracht en de zwaaiende beweging van je armen gaan bloed en vocht naar het laagste punt. En dat zijn je vingers. Doordat bloed en vocht zich daar ophopen ontstaat een zwelling.

Weet ook: dikke vingers zijn ongevaarlijk maar het geeft een onaangenaam gevoel en vooral je kunt ze voorkomen.

 

Voorkom dikke vingers

Tip 1: Houd iets in je handen en knijp hier regelmatig in. Dit kan van alles zijn, zoals een stressbal, wandelstok of flesjes water.

Tip 2: Doe ringen af voordat je op pad gaat. Zeker als je snel last hebt van dikke vingers. Ringen kunnen je vingers afknellen.

Tip 3: Wandel je met een rugzak? Neem dan de lussen aan de schouderbanden vast. Daarin kan je je duimen laten hangen tijdens het wandelen. Zo blijven je handen tijdens het wandelen in een hogere positie, zodat vocht niet naar je vingers kan zakken.

Nadeel hiervan is dat

  • je je armen niet kunt meebewegen in je wandelritme.
  • je je handen niet snel kunt uitsteken bij een eventuele struikel- of valpartij.

 

Tip 4: Gebruik de juiste wandeltechniek. Hierbij houd je je armen in een hoek van 45 graden en beweeg je ze actief mee met je wandelritme. Door je armen in een hoek te houden, hangen je handen minder laag en hoopt vocht zich minder snel op in je vingers.

Tip 5: Krijg je last van dikke vingers en je hebt niets bij je? Neem dan twee stenen of stokken die langs het wandelpad liggen.

Tip 6: Wat ook helpt: af en toe je armen boven je hoofd zwaaien. En let niet op de vreemde blikken van voorbijgangers.

 

Bron: wandel.nl